Maandag – een eerste versie
Toen ik het verhaaltje uitgetypt had, wilde ik weten hoe lang het was. Dus ging ik het opnemen met mijn telefoon, terwijl ik het rustig voorlas (uit mijn hoofd leren komt later). Naar mijn idee voelde het heel kort, zo van ‘Oh, was dat het einde al?’. Maar toen keek ik op de tijd: meer dan vijf minuten!
Sneller praten lijkt me niet een optie, dus zal ik moeten knippen…
Ik denk dat ik of de link met Parkinson eruit moet gooien, of een deel van de uitleg van de techniek weg moet doen. Dat laatste doe ik liever niet: ik wil heel graag vertellen dat we de ‘brightness per particle’ berekenen door de totale intensiteit van een pixel te delen door het aantal eiwitten dat er in zit. Dat is de essentie van de techniek! Dat wil ik echt niet schrappen. Maar zoals je merkt vraagt dat meer context (en dus spreektijd) dan deze ene zin.
Eens kijken wat er gebeurt als ik de hoofdlijn laat staan, maar hier en daar wat inkort en bondiger formuleer.
Ik neem het nog een keertje op… ha, al een stuk beter! Ik heb nu ruim drie en een halve minuut. Later maar kijken wat er nog meer uit kan.
Woensdag – oefenen bij vrienden
Wat is dit leuk om te doen! Tijdens het praatje voel ik mijn enthousiasme, en mijn toehoorders voelen dat ook. Ik betrap mezelf erop dat ik wat meer uitleg toevoeg dan gepland, maar dat is niet zo gek. Ik word er ontzettend blij van om aan mijn vrienden uit te leggen waar mijn onderzoek écht over gaat, in plaats van het algemene ‘ik werk aan Parkinson’. Het maakt hen nieuwsgierig en ze stellen goede vragen, dus dat betekent dat ze het konden volgen!
Ik krijg ook nuttige feedback, onder andere dat het nog niet duidelijk is hoe ik de eiwitten tel. Ik had dat inderdaad weggelaten uit tijdgebrek, maar misschien kan ik er toch een zin aan wijden.
Donderdag – workshopdag
We zijn met zes deelnemers en presenteren om de beurt onze pitch. De workshop wordt geleid door mensen van communicatieplatform MindMint en speech-club ToastMasters. Ze geven feedback aan iedereen en dit is erg leerzaam, ook om de feedback aan anderen te horen.
En inderdaad, mijn praatje is nog steeds drie en een halve minuut. Ze vinden het gebruik van LEGO erg leuk, en de samenvatting op het eind moet ik er zeker in houden. Ik mag nog minder jargon gebruiken en de link met Parkinson mag duidelijker (dus toch!). Ook een leuke tip: probeer het uit te leggen aan een 10-jarige.
Maar op de vraag wat ik kan schrappen komt geen duidelijk antwoord…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten